Nieuws

OPINIE VIERDE GOLF

Aan de onvoorwaardelijke toegang tot de zorg raak je niet

Erik Van de Kelft

Diensthoofd Heelkunde AZ Nikolaas, Sint-Niklaas; Gastprofessor Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen (UA).

Maandag 8 november 2021 om 3.25 uur

Erik Van de Kelft heeft weinig begrip voor het Gentse UZ. Op intensieve zorg geen bedden vrijhouden voor niet-gevaccineerden, is een hellend vlak.

 

 Jimmy Kets

Het Gentse Universitair Ziekenhuis wil op intensieve zorg geen bedden meer voorbehouden voor covid-pa­tiënten (DS 4 november). Hoofdarts Frank Vermassen zegt het zo: ‘We stellen vast dat proportioneel veel meer niet-gevaccineerde covid-pa­tiënten onze intensieve bedden bezetten dan wél gevaccineerden. Hiervoor is er geen draagvlak meer in de zorg, dus we reserveren niet langer intensieve zorg-bedden voor mogelijke covid-patiënten.’

De reden voor het verdwijnen van het draagvlak is duidelijk: we gaan geen zorg voor de reguliere patiënt uitstellen voor vaccinweigeraars. Het is hun eigen schuld. Ik moet toegeven, ik was eerst mee. Als diensthoofd heelkunde in het AZ Nikolaas begon ik voorzichtig te informeren naar het ‘draagvlak’ voor deze attitude bij mijn collega’s. Maar een fikse herfstwandeling met veel denkwerk doet mij besluiten dat de houding van de collega ongepast is. Ik probeer met deze argumenten.

Tweederangspatiënten

Wij, zorgprofessionals, zijn civil servants. Onze opleiding wordt door de gemeenschap georganiseerd en betaald, en het is die gemeenschap, wij allemaal dus, die ons betaalt om zorg te verstrekken, onvoorwaardelijk. Het draagvlak bij mij en mijn medewerkers is bijzonder klein om ’s nachts het leven te redden van een dronken chauffeur die bij zijn crashook een kind heeft aangereden. Toch doen we het. Het is onze job.

Onze eigen ideologie en maatschappijvisie mogenniet vertaald worden naar de kwaliteit van zorg voor gelijk welke persoon. Suggereren dat covid-patiënten geprivilegieerd waren, is even erg als zeggen dat de niet-gevaccineerde covid-patiënten nu maar even moeten wachten. Dit is een hellend vlak met flink wat bruine zeep erop. Worden rokers, ­alcoholisten, mensen met overgewicht, druggebruikers, beoefenaars van gevaarlijke sporten straks dan ook tweederangspatiënten?

Onze gezondheidszorg is uniek in de wereld door haar kwaliteit, maar vooral door de onvoorwaardelijke toegang. Wie daaraan morrelt, is verantwoordelijk voor het ineenstorten van onze sociale zekerheid.

Het had zover niet hoeven te komen, wellicht, mocht de overheid de vaccinatie verplicht hebben

Er is meer. Bij het begin van onze carrière hebben wij, artsen, een eed gezworen waarin we beloven er alles aan te doen om goede geneeskunde uit te oefenen in het belang van onze patiënten. Na drie covidgolven ­weten we ondertussen wel hoe het moet. Er komt een golf van zorgbehoevenden op ons af. Opdat patiënten niet in de gang zouden liggen of, erger nog, geen toegang tot de zorg zouden krijgen, moeten we ons wat organiseren. Een van die maatregelen is wat extra plaats voorzien voor de aankomende golf.

Een mens komt altijd één ramp te laat. Maar dat was maart vorig jaar. Na die éérste golf zouden we het toch geleerd moeten hebben. Overigens, we redden het wel. Deze golf is wellicht kleiner dan de vorige, en toen lukte het ook. En voor wat die uitgestelde zorg betreft, ook dat valt goed mee. Ik versta niet dat er nog veel ziekenhuizen zijn met lange wacht­lijsten voor niet-dringende, geplande chirurgie. Bij ons zijn die weggewerkt. Wij helpen anderen graag om te tonen hoe dat kan.

Durf denken

Als zorgprofessionals moeten we in onze nog steeds individualistische maatschappij niet uitgaan van de ­patiënt die autonoom over zijn gezondheid beslist en daar dan ook maar de gevolgen van moet dragen. Neen, de kwetsbare mens moet centraal staan. Een vaccinweigeraar is zeker een kwetsbare mens. Het had zover niet hoeven te komen, wellicht, mocht de overheid de vaccinatie verplicht hebben. De vrees voor het taboe op inbreuk op de individuele vrijheid (wat overigens een illusie is) en het implementeren van die plicht in moeilijke gebieden (denk maar aan Brussel) houdt dit voorlopig nog tegen.

Als zorgprofessionals alleen topzorg verlenen met een warm hart aan diegenen die hen maatschappelijk oké lijken, is het beroep niet vol te houden. De zin in het leven verschijnt bij velen in de zorg voor de ander. Als dit niet de basisinstelling is van de zorgverstrekker, dan heeft die een verkeerd beroep gekozen.

Wordt van een hoofdarts trouwens niet verwacht om leiderschap te tonen door, ondanks gemor op de werkvloer en ‘verlies van draagvlak’, zijn medewerkers ervan te overtuigen dat het onvoorwaardelijk verstrekken van de beste zorg de enig juiste invulling van ons mooie beroep kan zijn?

Sapere aude. Durf denken, de missie van de Universiteit Gent. Probeer het eens, collega.

Meer info:

Verschenen op maandag 8 november 2021