Pers

De Standaard, december 2016

Verplicht ouders Nederlands te leren

We mogen blij en fier zijn met de pluim die we van de Oeso kre­gen naar aanleiding van het Pisa­ onderzoek bij vijftienjarigen; op alle geteste items staan we aan de top, zeker in Europa (DS 7 decem­ber). Tegelijk neemt de groep stu­denten die laag scoren toe. Zo laag dat we op hun vijftiende al kun­nen voorspellen dat zij wellicht nooit een actieve bijdrage aan de maatschappij zullen leveren.

De leerlingen die ondermaats presteren, zitten vooral in de zoge­naamde ‘indicatorgroep’. Dat zijn leerlingen die één of meer van de volgende vier indicatoren mee­ dragen: buurt, opleidingsniveau van de moeder, gezinstaal en schooltoelage.

In die groep zijn er gelukkig wel die het goed doen. Zij die slim zijn, wilskracht tonen en een op­ voeding kregen, grijpen de hen ge­ boden kansen en slagen. Ook hier blijkt de thuissituatie doorslagge­vend (slim zijn is genetisch, wils­ kracht deels, maar ook aange­leerd, opvoeding).

Wat kunnen we daaruit als maatschappij leren? De sterkste indicator die bijna kan voor­ spellen dat een kind weinig kans maakt in het reguliere onderwijs, blijkt de thuissitua­tie. Mogen we ons als maatschap­pij inlaten met deze gezinnen? Ik meen van wel. Onze welvaarts­staat is een van onze grootste ver­worvenheden. Die is gebaseerd op solidariteit. Goede en duurzame solidariteit is gebaseerd op eigen­ belang. Ik help je graag vandaag, met de afspraak dat jij me morgen helpt als het nodig is. Die solidari­teit is gebaseerd op het idee dat iedereen er actief aan deelneemt en zijn best doet om bij te dragen. Een eenrichtingssolidariteit geba­seerd op altruïsme is geen goede basis voor een stabiele welvaarts­maatschappij; vroeg of laat stopt ze.

Moeders in anderstalige gezin­nen (waar nog niet veel ‘nieuwe mannen’ rondlopen) moeten Ne­derlands leren opdat ze hun kin­deren kunnen opvolgen bij hun schoolse activiteiten. Alle moe­ders en vaders moeten ervan over­tuigd raken dat een goede leerling de beste kansen heeft op een ge­lukkig leven.

We kunnen beginnen bij het verplicht kleuteronderwijs voor indicatorkinderen, verplicht én gratis begeleide avondstudie voor indicatorkinderen en verplichte lessen Nederlands voor de ouders, mét evaluatie. Die verplichtingen zijn vooral in het belang van de kinderen, maar ook in het belang van de hele maatschappij.